De val van Ian Buruma

Waarom het Nederlandse polderdenken in het #MeToo-tijdperk Ian Buruma zijn baan als hoofdredacteur van het literaire tijdschrift The New York Review of Books kostte.

DOOR SANDER PHILIPSE

Nederland had een jaar lang een primeur, een unicum: Ian Buruma was de hoofdredacteur van het literaire tijdschrift The New York Review of Books. Dat was nogal wat: het prestigieuze blad had altijd onder leiding gestaan van eigenaars Barbara Epstein (tot haar dood in 2006) en Robert B. Silvers (tot zijn dood in 2017). De NYRB is een van de huisbladen van de Amerikaanse intellectuele elite en het blad wordt gevuld door de meest prominente intellectuelen in Amerika. Een droombaan voor iemand als Buruma, dus.

Buruma’s droom eindigde vorige week abrupt. De hoofdredacteur gaf Jian Ghomeshi, een Canadese TV-presentator die door 24 vrouwen beschuldigd is van seksueel geweld, een groot voorpagina-artikel door en over zichzelf. Buruma had dat persoonlijk geregeld: hij wou Ghomeshi een artikel geven, hij redigeerde het artikel en hij was verantwoordelijk voor de voorpagina. 

Zijn redactie was not amused, en iemand lekte het nieuws naar schrijver Nicole Cliffe, die het op Twitter zette en het balletje aan het rollen bracht. Veel mensen waren daar al boos over, en toen Buruma zichzelf verdedigde in een verbijsterend interview met online magazine Slate (“Is ‘several’ een goede beschrijving van ‘20 vrouwen’?” - “Nou ja, technisch gezien wel.”)  was het einde wel in zicht. Exit Buruma, die zichzelf vooral als slachtoffer van politieke correctheid probeert neer te zetten.

Maar er viel genoeg aan te merken op het artikel zelf: zwak geschreven, bagatelliserend, misleidend. Ghomeshi was geen moment eerlijk over de aard en de ernst van de beschuldigingen, en het ging vooral over hoe moeilijk het allemaal voor hem was. Hij was geen dader die eerlijk over zijn daden sprak, maar iemand die zijn straatje probeerde schoon te vegen en zichzelf tot het meest belangrijke slachtoffer probeerde te maken in de hele zaak. 

Het artikel paste ook gewoon niet bij de NYRB. Normaal gesproken publiceert het tijdschrift grote, diepgaande, onderzoekende essays van prominente intellectuelen. Dit artikel was een persoonlijke beschouwing door een populaire Canadese TV-presentator. En Buruma had overduidelijk niet genoeg onderzoek gedaan naar de zaak om zelfs de meest basale fouten eruit te halen. Zijn antwoorden aan Slate lieten iemand zien die het debat niet snapt, de argumenten niet eens kent - een doodzonde. Een onpopulaire mening kan best, maar dan moet je het op zijn minst goed kunnen onderbouwen en laten zien dat je het vertoog begrijpt. 


POLDEREN MET SEKSUEEL GEWELD

In plaats van gedegen onderzoek te doen, zat Buruma vast in zijn provinciale, Nederlandse polderdenken. Dit is wat Flavia Dzodan polderen met seksueel geweld noemt, waarbij we de ‘andere kant’ van seksueel geweld altijd een stem moeten geven. Alles moet in Nederland een consensus worden, het gemiddelde tussen twee uitersten waar iedereen zich een beetje in kan vinden. Een gemiddelde dat heel toevallig mensen in sterke maatschappelijke posities beschermt en gemarginaliseerden onder de bus gooit. Een gemiddelde waarbij we het er allemaal over eens zijn dat seksueel geweld best erg is, maar dat maatschappelijke gevolgen voor daders van seksueel geweld dan weer te ver gaat. Daar moeten we op z’n minst heel moeilijk over doen en lange debatten over houden, alsof seksueel geweld een onderwerp van debat zou moeten zijn. 

In Nederland zijn we geobsedeerd door de stem van de machtige man die wordt belaagd door beschuldigingen. Hier moet een beschuldiging altijd leiden tot een debat met twee kanten, ongeacht de maatschappelijke positie en inhoudelijke kwaliteiten van de twee kanten. Ongeacht het feit dat seksueel geweld nu niet echt iets is om over te gaan debatteren. En hier moeten we altijd tut-tutten over de gevolgen van zo’n publiek debat. Al gaan de gevolgen voor mannen, beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag, meestal ook niet echt verder dan “verliest prominente baan maar is nog steeds beroemd miljonair”.

Dit is ook een land waarin kunst, journalistiek en redactiewerk verheven moeten zijn boven publieke kritiek. En waar die publieke kritiek als een proces wordt gezien, als een veroordeling die een echte rechtszaak vereist. Buruma klaagde in Vrij Nederland dat hij was “veroordeeld zonder proces”. Maar Buruma heeft uitgebreid de kans gekregen zich te verdedigen - en die verdediging nekte hem juist. Dus wat Buruma eigenlijk vraagt is niet de kans om zich te verdedigen, om een proces, maar het recht om te doen wat hij wil zonder kritiek, en zonder bijkomende gevolgen. 

En de Nederlandse pers gaat daar - lekker voorspelbaar - vooral in mee. Michael Persson sprak over een ‘taboe’ in De Volkskrant. Buruma had wel fouten gemaakt, maar ja, dit gaat wel heel ver, en niemand komt toch met goede argumenten? Waarom mag Buruma hier niet over schrijven? Waarom mogen we de ‘andere kant’ niet laten horen? Waarom zit ik, de Nederlandse journalist, hier netjes in het midden en die andere twee kanten niet? Niet toevallig precies de framing die Buruma ook voor zichzelf koos. 


VOORSPELBARE VAL

We hadden Buruma’s val dan ook al aan kunnen zien komen. Alhoewel Buruma dit nooit in de Amerikaanse pers zou zeggen, waarschijnlijk omdat hij wist dat hij dan een shitstorm over zich af zou roepen, had hij tegen De Volkskrant al in augustus gezegd dat het debat in Amerika wel heel “hysterisch” was vanwege de “sterk puriteinse traditie”. En dat er ‘zelfs’ naar privégedrag gekeken werd - alsof we niet mogen vragen dat publieke personen anderen niet misbruiken. Het poldermodel wreekt zich weer: de extreme Amerikanen tegenover het rustige, redelijke Nederland. 

“Ongetwijfeld hebben mannen die de mogelijkheid hadden hun machtspositie misbruikt om vrouwen dingen te laten doen die ze misschien niet wilden. Aan de andere kant zijn seksueel gedrag en seksuele begeerte niet los te zien van macht. Dus is macht voor sommige mensen juist aantrekkelijk. Maar dat kun je ook niet meer zeggen.”

Ook hier het polderen: de mannen gaan te ver, maar de vrouwen hebben ook schuld - ook al hebben zij geen macht, ook al hebben zij nooit ergens mee ingestemd. En dan zeggen ‘kan ook niet meer’, terwijl hij dat natuurlijk gewoon in een van Nederlands grootste kranten zegt en het echt geen marginale mening is. Veel redacteuren hebben vergelijkbare stukken geproduceerd, en zitten gewoon nog op hun plek. Niets gevolgen, vooral omdat zij zo slim waren om te zwijgen en zichzelf niet verder voor schut te zetten in een interview. 

Maar Buruma moest en zou ergens een voorbeeld vinden van iemand die toch wel heel hard was gestraft door #MeToo. Hij was er zo op gebrand dat hij de bezwaren van zijn redacteuren negeerde, en weigerde vrouwelijke redacteuren bij het artikel te betrekken, zo leerden we van NYRB-eigenaar Rea Hederman. De NYRB zet dat nu enigszins recht door een aantal van Ghomeshi’s slachtoffers een plek te geven in het aankomende nummer, waarmee het blad meteen meer context en achtergrond geeft dan Buruma ooit van plan was.

“In a statement circulated to 300 NYRB contributors, Hederman said that Buruma had cast longstanding editorial practice aside and excluded all the magazine’s female staff from the process that led to Ghomeshi’s article being published. The draft of the article was shown to only one male editor on the staff, while six female editors – including four long-term staff members who had worked with Buruma’s predecessors, Bob Silvers and Barbara Epstein – were effectively shunned.

Hederman went on to reject claims by Buruma that the staff rallied behind the decision to publish the article.” 

Buruma rechtvaardigde dat tegen Vrij Nederland door de bewering dat het artikel niet over seksueel geweld, maar over de publieke schandpaal zou gaan. “Het is absoluut niet zo dat ik geen mededogen heb met vrouwen die slecht worden behandeld of zelfs mishandeld. Maar ik wil óók weten: wat gebeurt er met je op het schavot van de sociale media? Dat verhaal was nog niet verteld.”

Hoezo heb je daar dan Ghomeshi voor nodig? Waarom zou je dan niet kiezen voor mensen die slachtoffer zijn van seksueel geweld en daardoor op het ‘schavot’ terecht komen, zoals Anita Hill, Monica Lewinsky of Christine Blasey Ford? En hoezo is dit verhaal al niet honderd keer verteld? In 2015 ging Jon Ronson de hele wereld over met “So you’ve been publicly shamed”, een bestseller die nog steeds veel wordt aangehaald. En ook sindsdien is er een constante vraag naar het verhaal van het slachtoffer van social media. Dat een hoofdredacteur denkt dat dit een nieuw onderwerp is getuigt van bijzonder weinig realiteitszin. 


OOK DE JOURNALIST IS EEN PUBLIEK PERSOON

Er zit dan ook een andere kant aan Buruma’s reactie: dankzij social media worden journalisten en schrijvers voor het eerst aan het soort publieke, massale kritiek onderworpen waar zij eerder anderen aan onderwierpen. Opeens praat het publiek terug. En dat is waar dit voor Buruma ook op neerkomt, want in het interview met Vrij Nederland identificeert hij zich bijna volledig met Ghomeshi. Hij ‘zwicht’ voor ‘intimidatie’ door academische uitgevers, die blijkbaar dreigden om advertenties weg te halen. En tegelijkertijd is het de schuld van social media, net als in het verhaal dat Ghomeshi valselijk over zichzelf vertelde. “Ik ben nu zelf ook veroordeeld door Twitter, zonder vorm van proces.”

En dat is waar de provinciale, Nederlandse benadering zich wreekt. Want van dat gedoe over altijd de andere kant moeten horen en van alles een debat willen maken, heeft men in het intellectuele deel van Amerika geen zin meer in. Zeker als het over seksueel geweld gaat, zeker als het over dit soort herkauwde onzin gaat. Want we weten de antwoorden al lang. Mag je mannen publiekelijk shamen voor seksueel geweld? Ja. Mag je die mannen fout vinden? Ja. Mogen die mannen ontslagen worden, uit prominente, publieke posities geweerd worden? Ja, die mannen kunnen toch gewoon een kantoorbaan nemen? Buruma weet dit ook wel: het is niet voor niets dat hij zijn gezanik over #MeToo niet in de Engelstalige pers liet horen. Het is passé, klaar, gedaan. Ga een ander debat vinden waar je jezelf als het redelijke midden neer kan zetten. 

Het ironische is dat Vrij Nederland Buruma onder de bus gooide, voor Amerikaanse shame-clicks. Ze vertaalden hun exclusieve interview met Buruma, en vermarkten het specifiek voor een internationaal publiek. Want die Nederlandstalige titel (“Ik ben nu zelf ook veroordeeld door Twitter, zonder vorm van proces”) boeit de Amerikaanse pers niet zo erg - dat is een oud verhaal dat ze al honderd keer hebben gehoord. De Engelstalige titel (“I still stand behind my decision to publish.”) is veel beter.  Want dat is de kern van de zaak: hij maakte een grove fout en weigerde die fout recht te zetten.

En ja, dan vlieg je er ook bij je kantoorbaan uit. 

Foto credit Emma Wesseling

Sander Philipse tweet te veel, houdt van katten en goed eten, en schrijft tegen de imperialist, white supremacist, capitalist patriarchy. Hij schrijft regelmatig essays voor OneWorld.