Ik ben mijn eigen natie

Wat en wie precies vieren wij tijdens de Black Achievement Month vraagt Hélène Christelle Munganyende zich af. Hanteren we eigen maatstaven of witte maatstaven van achievement?

DOOR MUNGANYENDE HÉLÈNE CHRISTELLE

De maand van zwart genot is weer aangebroken. Zo noem ik de Black Achievement Month. De maand waarin we het geluk dat eruitziet als ons spiegelbeeld, publiekelijk wagen te vieren. 

Ambassadeurschap voelt als een grote eer, een die gepaard gaat met een nog grotere bron van verantwoordelijkheid.  Ik nodig u daarom uit om concepten van achievement dit jaar te bevragen en wellicht, omver te werpen. In de manier waarop we communiceren over BAM 2018. In de mate waarin we de witheid van het concept "achievement" omarmen en reproduceren. In de definities van zwarte voorspoed die we hanteren. In het creëren van onze eigen bronnen en maatstaven van zwart genot.

De viering van zwart genot is noodzaak, in een wereld waar zwarte levens zo vaak gekenmerkt werden door rouw.


IN ONZE NATIE

Migrantenkinderen weten dat “thuis” tussen mensen bestaat, geografie slechts een plaatsgebonden reflectie van ons culturele erfgoed. Nieuwe gronden betraden we, met vastberadenheid. In een koppige poging iets zo vloeiend als ons thuis, hier te doen verankeren. 

Ik ben noch vreemde, noch thuis.

Ik ben een kind van migratie,

soms zelfs meer dan een kind van mijn eigen moeder.

Ik ben mijn eigen natie.

Een zusterloze zuster. 

Imfura, een enig meisje, eerstgeborene uit politieke vluchtelingen. 

Een landloze inwoner van de geografische ruimte tussen vervreemding en thuis.

 

Toen ik samen met mijn ouders voet zette op Nederlandse grond, leerde ik de wereld zien in piramides. Niet zoals de zandsculpturen die zich uitstrekken van het zuiden van Sudan tot het Noorden van Egypte. Nee, de bodem hier, werd niet heilig geacht.  Het was een plek waar de verstotenen van de wereld verwijlen. Het doel moest ten alle tijden zijn om die bodem te verlaten. Ga opwaarts, kind van het blauwe maanlicht! Opwaarts is waar we verlossing vinden. 


ZORGELOOS ZWART

Klinisch psycholoog Abraham Maslow ontwikkelde de piramide van opwaartse mobilititeit al eind jaren ’40. Hij beschreef daarin de behoeften van de mens in zes stadia. Iedereen streefde volgens hem dezelfde behoeftes na. Om je tot tevreden en succesvol mens te kunnen ontwikkelen, schuif je door tot aan het hoogste niveau, de top van de pyramide, de zogeheten zelfactualisatie. 

Niet langer bevinden zwarte mensen in de westerse wereld zich uitsluitend onderaan de maatschappelijke piramide. We kunnen onszelf in toenemende mate een leven van liefdes en lusten veroorloven; zwart genot. Een dekoloniale vorm van genot, die anti-racisme denker Flavia Dzodan radicaal genot noemt. Zelfactualisatie maken zwarte mensen in het westen zich steeds meer eigen. Of het nu gaat om een zwarte curator in de wereld van witte musea, de arbeidersdochter die als eerste van haar familie aan een universiteit gaat studeren of een bootvluchteling die het zogenaamde lef heeft de oversteek naar fort Europa te maken. Zorgeloos zwart zijn, is het nieuwe verzet.

Maar zorgeloos zwart, betekent niet achteloos. Wie laten we achter, op onze klim naar de top, op onze klim naar achievement?

Maar in de media worden zwarte mensen nog vaak getoond in pijn, niet als we zorgeloos genieten. Ons zwart genot is daarom de bron van witte fragiliteit. “Black achievement Month? We hebben toch ook geen white achievement Month!” Wanneer je gewend bent aan privilege, voelt de gelijke behandeling van anderen als onderdrukking.

Zwart genot vormt een bedreiging als het plaatsvindt in voorheen uitsluitend witte ruimtes, zoals degene waar ik nu in sta, en geen rekening houdt met de angsten van de machthebber. De gemarginaliseerde ‘ander’, wij zwarte mensen, komt onvoorspelbaarder dichterbij, en we doorbreken daarbij institutioneel opgelegde grenzen van gender, etniciteit en kapitaal. 

Maar zorgeloos zwart, betekent niet achteloos. Wie laten we achter, op onze klim naar de top, op onze klim naar achievement?  De keuze voor het woord 'achievement' kan  doen vermoeden dat zwarte levens er pas toe doen, wanneer ze voldoen aan een door witheid geïnspireerde excellentie. Die respectabele vorm van achievement staat gelijk aan uithongering: door de ogen van een witte blik, zal er altijd meer te bewijzen en bereiken zijn.

Vanuit mijn eigen geleefde ervaring als zwarte asielzoeker in Nederland, vind ik het daarom belangrijk om onze collectieve definitie van 'achievement' aan de tand te voelen, tijdens de Black Achievement Month. Ik wil daarbij afstappen van het exclusief heteroseksuele beeld van zwart-zijn, het beeld van respectabel zwart-zijn. Moge er volgend jaar op deze plaats een zwarte trans vrouw spreken, zwarte sekswerker, zwarte ongedocumenteerde vluchteling, zwarte activist. Enkel door toevoeging van al deze ervaringen, komen we tot een compleet beeld over zwart-zijn in Nederland.



AFRO-CARIBISCHE NARRATIEF

Ook moeten we het exclusief Afro-Caribische narratief aan de tand voelen. Dat werd lange tijd aangedragen als dé ervaring van zwart Nederland en doet tekort aan de ervaring van recente Afrikaanse migranten. Die vertellen ons: dit is het koloniale vuur uit het continentale moederland waaraan wij allemaal ontkwamen. Sommigen verscheept, anderen verbannen. Meestal zonder keuze en altijd met opgeheven hoofd. Ik wil niets liever dan de toekomst dienen van het geromantiseerde thuis dat we achterlieten. #Wakandaforever. Maar daarvoor moet eerst dat vuur geblust worden. Want anders – en ik parafraseer Rashida Aziz- weet ik niet, waar we zullen slapen vannacht.

Zwart genot moet zorgeloos zijn, niet achteloos. De Black Achievement Month moet een plek zijn om alledaagse helden en heldinnen te vieren. Zwarte vluchtelingen, zwarte moslims, zwarte queer mensen en  zwarte kinderen met autisme. Moeders van buiten de randstad, die de randstedelijke gezichten op de BAM flyers niet zullen herkennen, maar de wandelende microrevoluties zijn die onze zwarte families economisch draaiende houden.  Helden die de Mediteraanse zee oversteken. Niet enkel om de moed die ze vertonen als ze na hun oversteek een witte baby van een balkon redden, maar om de vanzelfsprekende overtuiging over hun mensenrechten die ze bezitten. En de brutale brandstof van zelfbeschikking waarop ze de gevaarlijke oversteek maakten.  

Maar Maslows pyramide dient al deze mensen niet. Ze dient enkel individuele vooruitgang. De Zuid-Afrikaanse filosoof Mogobe Ramose noemt het piramidedenken, in een interview voor Dipsaus “de taal van isme’s. Racisme, seksisme,” …. Hij vertelde gesprekspartner Grace Ndjako dat piramides het tegenovergestelde zijn van Ubuntu. Ubuntu stelt samengangvoor op vooruitgang. Piramides zijn de taal van grijpen, niet om te begrijpen, maar om in handen te krijgen. Het is geweld. Dat vergat Maslow ons te vertellen, maar daar worden we in het publieke debat nog dagelijks aan herinnert.  

Zwart genot moet zorgeloos zijn, niet achteloos. De Black Achievement Month moet een plek zijn om alledaagse helden en heldinnen te vieren. Zwarte vluchtelingen, zwarte moslims, zwarte queer mensen en  zwarte kinderen met autisme.

ALLEDAAGS ZWART GENOT 

De Black Achievement Month heeft de potentie om voor ons in Nederland, hét hoogtepunt van zwart genot te vormen. Mijn voorstel is dat we de vruchten van die potentie plukken door onze eigen regels te volgen. Niet die van Maslow, niet die van witheid. Door zwart zijn in al haar lagen te vieren. Het bestaan van de Black Achievement Month dient dan de inclusieve, radicale, uitbundige, vrijgevochten viering van alledaags zwart genot.

Hoe meer we vaste standaarden van thuis pogen te vinden, hoe meer verankerd we zullen raken, zeker. Maar op die weg naar verankering leerde de diaspora me tenminste één ding: dat permanentie niet gelijkstaat aan veiligheid. Ik leerde dat integratie zich vroeg of laat openbaart als het vijfkoppige monster dat het is, altijd op zoek naar nieuwe regels voor haar vereisten, jouw tekortkomen om daaraan te voldoen. De diaspora leerde mij een thuiszijn die bevrijdt. Niet langer streven naar wat nooit voor mij bestemd was.

Want wij, kinderen van de diaspora, weten dat thuis ook tussen mensen kan bestaan. Geografie slechts een plaatsgebonden reflectie van het krachtige culturele erfgoed dat tussen ons voortleeft is. Voor de een zijn we noch vreemde, voor de ander noch thuis.

We zijn daarom onze eigen natie.

Maar bij zwart zijn in niet-zwarte landen is die natie zelden een gegeven. 
Daarvoor en daarover wordt gestreden. 
Aan de kant getrokken,

De kant van profilerende politiewagens, 

de gang van het klaslokaal, 

De snelweg en haar blokkades

Spreken, terwijl je volgens hen moet zwijgen.

Je eigen natie vormen kan in zulke gevallen eenzaam zijn. Een vreugdevol leven leiden in onze eigen naties vormt dan een uitdaging, maar noodzaak en mogelijkheid. Een mogelijkheid die wij als diaspora iedere dag dienen te grijpen, met daadkracht.

Ik ben mijn eigen natie.

In mijn natie zie ik geen glazen plafonds die gebroken moeten worden gebroken, noch geesten van mensen die dat zijn.

In mijn natie zie ik geen buik van de Atlantische oceaan die de dromen van een uitverkocht volk opslokte.

Geen maag van de Middellandse zee die dat tot vandaag nog doet.

In mijn natie zie ik voormoeders, wiens takken niet uit de stamboom gesneden werden.

Zwarte mensen lachen en dansen, wakandaal delen we daar de gift van het leven.

Ik ben mijn eigen natie.

In mijn natie zie ik jullie.

Zo besloot ik een lange tijd geleden.

Niet meer invechten.

We hebben genoeg gestreden.

Photo credit: Black Achievement Month

Munganyende Hélène Christelle (1993) is oprichter van IamSHERO en publiceert over feminisme, diversiteit en de politieke eman­cipatie van millennials met een Afrikaanse migratieachtergrond.